Jaarrekening

De jaarrekening is de neerslag van de gedane uitgaven en inkomsten van het afgelopen jaar. De jaarrekening volgt dezelfde indeling als die van meerjarenplan en budget, een beleidsnota gevolgd door een financiële nota.

In de beleidsnota wordt vermeld in welke mate de doelstellingen en acties uit het budget zijn uitgevoerd.

De financiële nota geeft in cijfermateriaal weer wat we hebben betaald en geïnd van het exploitatiebudget en het investeringsbudget.

De schema’s J2 t.e.m. J5 bevatten de exploitatierekening, de investeringsrekening en de liquiditeitenrekening.

Bij deze rapporten worden telkens de cijfers van de jaarrekening, het eindbudget (inclusief de laatste budgetwijziging) en het initieel budget (oorspronkelijk voorzien) opgenomen. Daardoor wordt het mogelijk om budgetcijfers te vergelijken met rekeningcijfers.

De 'financiële toestand' geeft weer wat het resultaat is van al die uitgaven en inkomsten. En net zoals bij het budget wordt ook hier een onderscheid gemaakt tussen het resultaat op kasbasis en de autofinancieringsmarge.

Naast de gedane betalingen en inningen zijn er ook bezittingen, vorderingen,… Die staan in de balans.
De opmaak van de gemeentelijke balans is geïnspireerd door bedrijfsboekhouding. Ook bij een lokaal bestuur wordt de balans ingedeeld in een actiefzijde (de bezittingen) en een passief-zijde (de schulden) en is die onderverdeeld in respectievelijk vlottende activa (vb. voorraden) en vaste activa (vb. terreinen en gebouwen) en anderzijds schulden op korte en op lange termijn.

De uitkomst is van al deze economische bewegingen is te vinden in de staat van opbrengsten en kosten.

Tot slot wordt bij de rekening ook een toelichting, met achtergrondinformatie ter verduidelijking gegeven.