Omdat noodplanning vraagt om een multidisciplinaire aanpak, heeft elke gemeente een veiligheidscel opgericht.
Deze veiligheidscel staat in voor:
- de opmaak en de actualisering van het gemeentelijke nood- en interventieplan;
- het opmaken van de risico-inventaris en –analyse;
- het organiseren van rampoefeningen;
- het evalueren van noodsituaties en oefeningen;
- het organiseren van de voorafgaande informatie over de noodplanning.
De burgemeester zit de veiligheidscel voor en wordt bijgestaan door een vertegenwoordiger van elke discipline. Ook de noodplanningscoördinator en twee medewerkers, waaronder een secretaris, maken deel uit van deze veiligheidscel.
De disciplines
Elke noodsituatie wordt bestreden door verschillende teams die in de rampenbestrijding disciplines worden genoemd.
Er zijn vijf disciplines:
- discipline 1: brandweer of de hulpverleningsoperaties;
- discipline 2: de geneeskundige, sanitaire en psychosociale hulpoperaties;
- discipline 3: de lokale politie;
- discipline 4: logistieke hulpverlening;
- discipline 5: informatie.
Elke discipline dient een monodisciplinair interventieplan ter beschikking te hebben (deze plannen zijn een bijlage bij het GANIP).
Om tijdens een ramp een gecoördineerde samenwerking tussen de verschillende disciplines mogelijk te maken, is het uiteraard belangrijk dat elke discipline haar taken voldoende kent, er voldoende overleg is tussen de verschillende disciplines en de beslissingen die tijdens een rampsituatie moeten genomen worden eenduidig en uitvoerbaar zijn.
De coördinatie gebeurt uiteraard binnen iedere discipline op zich.
Discipline 1: De hulpverleningsoperaties (brandweer)
De leiding van de hulpverleningsoperaties berust bij de directeur brandweer of de Dir-Bw.
De voornaamste opdrachten betreffende de hulpverleningsoperaties zijn:
- de noodsituatie beheersen en de hieraan verbonden risicos uitschakelen;
- personen opsporen, bevrijden, helpen, redden en in veiligheid brengen en hun goederen beschermen;
- personen en goederen opeisen;
- maatregelen nemen om de uitbreiding van de gevolgen van de noodsituatie te voorkomen;
- gevaarlijke stoffen opsporen, meten en bestrijden en de ontsmetting ervan verzekeren.
Discipline 2: De geneeskundige, sanitaire en psychosociale hulpoperaties
De leiding van discipline 2 berust bij de federale gezondheidsinspecteur bijgestaan door de directeur medische hulpverlening.
De voornaamste opdrachten van discipline 2 zijn:
- de oprichting van de medische keten: alarmering, verkenning en evaluatie, oprichting en organisatie van een vooruitgeschoven medische post: een ruimte in een veilige zone nabij het rampgebeuren waar alle slachtoffers worden ondergebracht in afwachting van transport naar ziekenhuizen of opvangcentra;
- toedienen van de geneeskundige en psychosociale zorgen aan slachtoffers en betrokken personen;
- vervoer van slachtoffers naar de ziekenhuizen;
- vaststellen van overlijdens en een provisorisch mortuarium inrichten en beheren;
- informatie aan en over slachtoffers verstrekken;
- opvang in een opvangcentrum verzekeren;
- maatregelen nemen ter bescherming van de volksgezondheid.
De middelen die we hiervoor gebruiken zijn:
- Medische urgentiegroepen;
- ambulances;
- ziekenhuizen;
- Rode Kruis;
- Vlaamse kruis.
Discipline 3: De politie van de plaats van de noodsituatie
De leiding van discipline 3 is een opdracht van de directeur politie.
De voornaamste opdrachten van discipline 3 zijn:
- openbare orde handhaven en herstellen;
- toegangs- en evacuatiewegen vrijhouden;
- perimeters installeren, fysisch afbakenen, signaleren en bewaken en de toegangscontrole verzekeren;
- evacuatie van de bevolking uitvoeren en toezien op het schuilen;
- overledenen identificeren;
- bevolking informeren bij b.v. noodzakelijke evacuaties.
Zij kunnen hiervoor beroep doen op personeel en materieel van de lokale politiediensten.
Discipline 4: De logistieke bijstand
De leiding van discipline 4 is in handen van de directeur logistiek.
De voornaamste opdrachten van discipline 4 zijn:
- Versterking inzake personeel en materieel;
- technische middelen voor communicatie organiseren;
- bevoorrading van levensmiddelen en drinkwater voor de hulpdiensten en de getroffenen;
- opsporen, meten, en bestrijden van gevaarlijke producten, diverse werken uitvoeren.
De middelen die we hiervoor gebruiken zijn:
- Personeel en materieel van de gemeentelijke technische dienst en de civiele bescherming;
- opgeëist materieel en personeel.
Discipline 5: Informatie
De leiding van discipline 5 is in handen van de directeur informatie.
De voornaamste opdrachten van discipline 5 zijn:
- Tijdens de noodsituatie:
- informatie en richtlijnen aan de bevolking
- informatie en richtlijnen aan de pers
- Na het opheffen van de noodsituatie:
- informatie over de maatregelen voor de terugkeer naar de normale situatie.
De middelen die we hiervoor gebruiken zijn:
- de gemeentelijke communicatie- en informatiedienst;
- alle mediakanalen.